Lang geleden was er een man, die zo bang was voor zijn eigen schaduw, dat hij er steeds van weg probeerde te rennen. Maar hoe snel hij ook liep of hoe ver hij ook ging, zijn schaduw hield hem altijd bij. De man dacht, dat hij nooit gelukkig kon zijn tenzij hij zijn schaduw van zich af kon schudden. Hij rende sneller en sneller, totdat hij zo uitgeput was dat hij dood neerviel. Hij had niet de kalmte gehad om te ontspannen, om uit te rusten in zijn schaduw en te ervaren dat deze schaduw dan als vanzelf zou verdwijnen.

Dit oude, Boeddhistische verhaal omschrijft het heel mooi, want we hebben allemaal een schaduwzijde: een donker stukje vol met kanten van onszelf die we niet accepteren en liever niet zouden willen zien of zijn. Dit kunnen karaktertrekken zijn die je graag anders zou willen zien, bijvoorbeeld perfectionisme of ongeduldigheid, maar het kunnen ook situaties of gebeurtenissen zijn, zoals onenigheid of gestuntel, waarin je graag op een andere manier had willen reageren of handelen. Die schaduwkant van ons heeft stevige wortels in onze gevoelens van schaamte en het voedt het gevoel dat we in de basis niet goed genoeg zijn zoals we zijn.

Maar hoe meer we proberen weg te rennen voor deze demonen, hoe sterker dit gevoel van ‘falen’ of ‘niet goed genoeg zijn’ wordt. Het is als een drijvend balletje in het water: hoe harder je hem naar beneden duwt, des te sneller komt hij weer naar boven. Het is spiraal naar beneden, omdat dat wegrennen ervoor zorgt dat we geen aandacht geven aan die pijnlijke gevoelens of negatieve gedachten die aandacht verdienen.

Gelukkig kan het ook anders, want door je schaduwen te begroeten met mindfulness en compassie, leer je jezelf meer te accepteren en kun je rust vinden in je eigen, innerlijke wijsheid en kracht. Alleen door niet-helpende patronen te zien en ernaar te luisteren, kunnen we ze veranderen. Maar hier heb je wel een beetje moed voor nodig.

Daarom wil ik je uitnodigen om, de volgende keer dat je opmerkt dat je wegrent voor jouw schaduwgevoelens of -gedachten, gewoon even te stoppen met vluchten. Neem een pauze, zoek even een plekje waar je alleen bent en doe een minimeditatie zoals de ademruimte of de zelfcompassiepauze. Weet dat het veilig is om te stoppen met rennen en probeer de ervaring in het moment te omarmen, hoe pijnlijk, verdrietig of lastig het ook is. Het is het echt waard, dat beloof ik je, want die liefdevolle aandacht voor het moeilijke binnenin ons zorgt voor verzachting. Je voelt je daarna waarschijnlijk een stuk kalmer en in balans.

Meer lezen?