
In een eerdere blog heb ik je het verschil uitgelegd tussen de doe- en de zijnsmodus. De doe-modus kan heel handig zijn, want hij helpt je om doelen te bereiken en om door te pakken wanneer het nodig is. Maar soms blijven we dankzij onze doe-modus doorrennen, terwijl we eigenlijk beter wat rust of een pauze kunnen gebruiken. In deze blog wil ik je daarom meenemen naar de eerste dag van mijn opleiding tot mindfulnesstrainer. Een dag die – op meerdere manieren – ontzettend leerzaam bleek te zijn.
Het was de eerste dag van de opleiding tot mindfulnesstrainer. Ik had er enorm veel zin in en had mezelf geïnstalleerd op een rustig plekje in huis, want vanwege de covid-pandemie volgden we de eerste lesdagen thuis online. Het ochtendprogramma was fijn: we maakten kennis met elkaar, mediteerden en ik kreeg een steeds beter beeld van wat de opleiding inhield. Er werd ook gesproken over het belang van embodiment: de mindfulness die je als trainer met je meedraagt en uitstraalt, en ik vond het allemaal heel waardevol en interessant.
Tijdens de lunchpauze probeerde ik de vrije tijd met aandacht te vullen: aandacht voor mijn lunch, die ik langzaam opat in de tuin, terwijl ik genoot van de zon. Daarna liep ik even naar boven om iets te pakken, maar terug naar beneden gebeurde het: ik gleed uit en viel keihard van de trap. Helemaal van boven naar beneden, met de bocht in de trap erbij. Beneden op de grond bleef ik even liggen: ik had echt overal pijn en zag sterretjes, maar bovenal baalde ik ontzettend van mezelf. Hoe kon ik zo stom zijn van de trap te vallen? En waarom had ik altijd van die lompe ongelukjes, waarbij ik mezelf ook meteen écht bezeerde?! Ik besloot om de rest van de pauzetijd op de bank door te brengen, zodat ik zo snel mogelijk kon herstellen en gewoon kon beginnen aan het online middagprogramma.
Dat middagprogramma was zwaar en dat kwam voornamelijk doordat ik enorm veel pijn had. Ik kon me moeilijk concentreren op de oefeningen, maar wilde me niet laten kennen. Mijn doe-modus en perfectionisme hadden de overhand: ik móest en zou deze eerste cursusdag afmaken. Pijn? Jammer dan. Dan had ik maar niet van de trap moeten vallen. Ik maakte de cursusdag vol en voelde me volledig afgedraaid.
Omdat de pijn alleen maar erger was geworden gedurende de middag, besloot ik even de huisarts te bellen. Die stuurde me naar het ziekenhuis voor controle, waar bleek dat ik een pees in mijn schouder verrekt had en dat twee ribben en mijn stuitje zwaar gekneusd waren. Ik keerde huiswaarts, met een flinke dosis pijnstillers, en stuurde ’s avonds een mailtje naar de opleider van de volgende cursusdag. Ik voelde me beschaamd om aan te geven dat ik misschien niet alles mee kon doen, omdat ik zó graag goed wilde presteren tijdens de opleiding.
De dag erop volgde ik de online cursusdag liggend op de bank. In gesprek met de opleider, die mij vroeg te reflecteren op wat er gebeurd was, leerde ik dat ik eigenlijk in mijn grootse valkuil was gestapt: perfectionisme en altijd maar dóórgaan, ook wanneer dat eigenlijk niet gaat.
Ik had geen tijd genomen om te voelen wat er was, want als ik dat had gedaan, had ik mezelf meer rust gegund. Had mijn grenzen overschreden en was eigenlijk alles behalve mindful omgegaan met mijn lichaam en de pijn die ik voelde, maar ook met de gedachten en gevoelens die ik had. Mijn embodiment van mindfulness was eigenlijk best wel ver te zoeken. Ik had veel zelfkritiek gehad, was boos op mezelf en als ik er nu op terugkijk, maakt dat me ook een beetje verdrietig: ik was heel hard gevallen en ik had best wat meer compassie mogen tonen voor mezelf. Vallen is nu eenmaal vervelend en pijn is onprettig. Dat mag gewoon erkend worden, zonder oordeel. Toch is dit, helaas, vaak hoe het gaat: in de doemodus denderen we door, zo goed en kwaad als het gaat, waarbij we soms helemaal voorbijgaan aan wat we voelen, ervaren en nodig hebben.
Een paar weken later waren er weer opleidingsdagen en ik voelde me inmiddels weer een stuk beter, maar deze ervaring is me bijgebleven bij de rest van de opleiding. Het klinkt misschien suf, maar eigenlijk ben ik achteraf zelfs een beetje dankbaar voor mijn val van de trap: het was een goed leermoment, dat mij precies liet zien wat mijn grootste valkuil is. Het heeft me ook geholpen om wat vaker stil te staan bij hoe ik me voel en wat ik nodig heb. En dat is voor mij ontzettend waardevol gebleken. Ik wil je daarom iets meegeven: probeer eens, wanneer er iets vervelends gebeurt, iets waarvan je baalt of waar je je vervelend over voelt, te observeren wat er met je gebeurt en wat je doet. Kun je luisteren naar jezelf en jezelf wat compassie geven?
Meer lezen?